Blog Bedrock Magazine: Don't worry, be happy! by Josje Smeets

Josje Smeets gelukspsycholoog HelloBetty Blog omgaan met angst.JPG

Ik ben bang voor muizen. Heel stom, het wordt minder met de jaren (waarschijnlijk heeft het feit dat ik in een oud huis woon waarvan de kruipruimte een muizen-paradijsje blijkt te zijn er iets mee te maken), maar helemaal van die stomme angst af -laten we voor de zekerheid maar ff op een stoel gaan staan- kom ik niet. Terwijl het best simpel is. Wil jij weten hoe je van vervelende angsten af kunt komen?

Het antwoord hierop is eenvoudig, maar vergt wat uitleg. Tijd voor een basislesje psychologie.

Allereerst vergeten we soms nog wel es dat angst super handig is. Ons brein is perfect in staat ons te waarschuwen bij gevaar. Toen onze voorvaderen in de steentijd op hun gemak op een bosje kruiden zaten te knabbelen, was het heel fijn wanneer hun hersenen aangaven daar even mee op te houden op het moment dat een kudde mammoeten langs kwam gedenderd. Rennen maar!

Ons brein is echter wat blijven steken in deze steentijd. Een deel van ons brein noemen we niet voor niets nog steeds het ‘oerbrein’. Dit is het instinctieve deel van ons brein en reageert dus sterk op impulsen. Dit betekent zoveel als dat onze hersenen vaker een signaal van gevaar afgeven dan nodig is. Niet alle gevaar is echt. Niet alle gevaar is levensbedreigend. Zo worden sommige mensen heel bang van hoogtes, terwijl ze toch echt heel veilig binnen achter het glas staan of andere mensen van muizen of spinnen, terwijl ze best wel weten dat zo’n klein beestje absoluut geen kwaad kan. Allerlei kleine angsten kunnen daarbij ook een trigger zijn voor grotere angsten. Ons brein wordt meer alert en gaat nog vaker waarschuwingssignalen afgeven. Zo kom je in een vicieuze cirkel terecht. Je weet dat je angsten ongegrond zijn, maar het angstgevoel is echt en wordt alleen maar heftiger en komt vaker voor. Juist mensen die al ietwat bangig zijn aangelegd, zijn dus geneigd om meer angsten te ontwikkelen, zoals angst voor kleine ruimtes of voor het toespreken van een grote groep.

Natuurlijk staan deze angsten ons geluksgevoel in de weg. Je brein wordt er zo door in beslag genomen (er dreigt immers gevaar!), dat het minder of niet bezig is met het afgeven van gelukszalige hormonen.

Wat je goed moet begrijpen is dat je angsten ongegrond zijn. Dat je gevaar voelt dat er niet is. Als jij dit met je verstand begrijpt, zul je het je brein ook moeten leren. Dit kan maar op 1 manier. 

Omarm je angst. 

Hè? Wat? Maar dat wil je juist niet. Je wilt je angst juist vermijden. Niet gaan abseilen dus en al zeker niet een speech houden voor 80 man. Toch is dit juist een heel effectieve manier om je brein te herprogrammeren. Ergens gaat het namelijk mis in je hoofd; je hebt een foute link gemaakt. Zoals: hoogte = gevaar en levensbedreigend. 

Elke psycholoog zal je leren deze foute link te doorbreken. Dit kan op allerlei manieren, bijvoorbeeld middels langdurige cognitieve gedragstherapie of een korter EMDR-traject. Deze therapieën hebben 1 gemene deler; ze leren je je angst te omarmen. Wanneer je de angst over je heen laat komen, voelt je brein pas dat er helemaal niets levensbedreigend aan de hand is. Hierdoor zal het brein de waarschuwingssignalen doen afzwakken en uiteindelijk zullen deze verdwijnen. Als je de angst vermijd doe je het tegenovergestelde; je bevestigt de angstgevoelens in je hoofd. ‘Je hebt gelijk brein, er is gevaar. Laten we snel maken dat we wegkomen.’ Je begrijpt dat dit het signaal van angst de volgende keer nóg groter zal maken. Niet doen dus. Niet wegrennen. Sta stil en haal adem. En onderga die angst.

Dat kan soms een hele (enge) kluif zijn. 

Lukt dit je niet zelf? Word je dusdanig beperkt door je angsten dat het je dagelijks leven belemmert? Schroom dan niet om hulp te zoeken. Daar zijn wij professionals immers voor!

Zijn je angsten echter van onschuldigere aard? Probeer dan eens aan je angst te denken en hem gewoon te ondergaan. Denk aan het allerergste dat je kan gebeuren, adem daarbij langzaam diep in en uit en laat de gedachten maar gewoon komen. Wanneer je dit tweemaal per dag doet, zul je zien dat je lichaam leert dat er eigenlijk helemaal niets aan de hand is. Je herconditioneert jezelf. Je angsten zullen verdwijnen. En dan is er weer alle plek voor geluk. Lucky you!

Column WijLimburg.nl: Maastrichts glas is dit keer halfvol by Josje Smeets

Denk jij dat onderstaand glas halfvol of half leeg is? Misschien vind je het zonde dat er drank verspild is? Hoe je continu het eerste kan denken, vanuit een positieve mindset dus, én hoe de stad Maastricht hierin goed op weg is, lees je nu in mijn nieuwste column voor WijLimburg.

Column Maastrichts gals is halfvol HelloBetty Josje Smeets Gelukspsycholoog.jpg

Het MECC is in de race voor de organisatie van het Songfestival 2020. Uitspraken als ‘ik geloof erin dat het festival naar onze stad komt’, ‘Maastricht heeft haar draaiboek klaarliggen’ en ‘wij hebben alles in huis om deze productie te faciliteren’, doen mijn psychologen-hart een sprongetje maken.

Dat zijn pas positieve, overtuigde uitspraken!

Maastricht is in mijn ogen een heerlijke stad. Een stad van tegenstellingen. Enerzijds is ze enorm trots en vol in ontwikkeling. Iets waar ze mee te koop loopt. Waarbij Groene Loper, Rieu-concerten, Tefaf en het nieuwe Sphinx-gebied goede voorbeelden zijn. Toch heeft deze stad soms de neiging zich wat behouden en bescheiden op te stellen. De nadruk ligt nogal eens op zaken die minder goed gaan, zoals de woonoverlast door studenten, slordig geparkeerde fietsen of een te volle natuurplas in de Enci-groeve die zonder pardon een paar weken na opening weer gesloten werd.

Ook het vak waar ik zo van hou, de psychologie, kent deze tegenstelling. In de klassieke psychologie ging men vooral op zoek naar datgene dat mensen missen en dat wat niet goed gaat. Met de introductie van de positieve psychologie in het jaar 2000 is daar plots verandering ingekomen. Positief psychologen gaan juist op zoek naar datgene dat er wél al is en goed gaat. En sterker nog; hoe we deze kwaliteiten nog verder kunnen ontwikkelen. Zodat we het geluk en welbevinden van mensen kunnen vergroten. Daarmee werd deze studie in mijn ogen plots stukken leuker. 

Parallel hieraan loopt het geloof in een growth mindset versus eentje die fixed is. Onderwijzers zijn grote voorstanders van een growth mindset en roepen al jaren; intelligentie en skills zijn geen constant iets; ons brein is continu in beweging. We zijn in staat om onze hersenen te trainen en daarmee beter te worden. Als je er maar hard genoeg je best voor doet. Niet bang zijn om te falen. Falen is leren. In een notendop; het glas is halfvol. Altijd. 

En laten onze burgemeester en het MECC dat nu begrepen hebben. Niks bescheidenheid in deze. Ze gaan ervoor.  Het Songfestival 2020 wordt van ons. 

En mocht het onverhoopt alsnog mis gaan, dan bereiden we vast de draaiboeken van 2063 voor. Want dát het gaat lukken is een feit; de vraag is enkel nog wanneer.

Blog Wendyonline.nl: Life-hacks toward Happiness; #1 poetsen maakt gelukkig. by Josje Smeets

Josje Smeets gelukspsycholoog HelloBetty Blog Lifehacks #1.jpeg

Lifehacks. Je leest er overal over. Snelle oplossingen en weetjes om je leven nét iets leuker te maken. Voor Wendy ontwikkelde ik de serie ‘Lifehacks toward Happiness’. En hierbij de eerste hack. Leuk is ie niet, maar het maakt je gelúkkig!! Lezen maar.

Jawel ladies and gents. Alhoewel het begin mei meer herfst lijkt dan lente, zijn we toch echt al halverwege het voorjaar. Kijk jij echter nog steeds door ietwat groezelige ramen naar de regen buiten? Duikel die emmer met sop dan snel op. Het is tijd voor de grote (voorjaars-)schoonmaak!

Waarom? Schoonmaken is misschien wel het laatste waar je zin in hebt. Wellicht heb je een fijne hulp die het poetsen voor je doet. En toch. Ja toch. Zélf poetsen maakt gelukkig. Heel erg en heel snel. Hoe?

 1.     Poetsen geeft je gevoel van controle terug. Op het moment dat al het andere onduidelijk voor je is, kan poetsen je juist een duidelijke richting en structuur geven. Al is het maar in je eigen iny tiny huisje. Jij kan iets. Jij doet iets. Jij zit niet bij de pakken neer.

2.     Poetsen geeft snel resultaat. En dit is ongelofelijk satisfying. Een opgeruimd huis geeft je onmiddelijk beloning en daar geniet je dagenlang van.

3.     Rommel maakt dat je inschattingsvermogen verlaagt en dat je meer impulsief wordt. Ooit toonde een onderzoek aan dat we meer online aankopen doen in een rommelig huis, dan in een opgeruimde kamer. Het geeft dus letterlijk overzicht wanneer we huishouden, waardoor je een betrouwbaarder oordeel kan vormen. Handig wanneer je je niet zo lekker voelt.

4.     Rommel zorgt voor stress. En deze haal je weg door hem op te ruimen. Met elke veeg over de randjes van je kast voel je weer een last van je schouders vallen. Lekker zeg!

5.     Poetsen zorgt ervoor dat je hinderlijke prikkels en afleiders weghaalt uit je huis. Dit geeft veel meer rust. En rust maakt gelukkig.

Over rust gesproken. Na zo’n uurtje poetsen heb je wel een pauze verdiend. Lekker met een kop thee op je opgeruimde bank is een traktatie an sich. Geniet!

Blog Wendyonline.nl: Met kids nog happier by Josje Smeets

Josje Smeets Gelukspsycholoog HelloBetty Kids maken happier Blog.jpeg

Had je mij 15 jaar geleden gezegd dat je gelukkig wordt met kinderen, had ik je bevreemd aangekeken. Ik was ervan overtuigd dat het moederschap niets voor mij zou zijn. Maar toch heb ik de sprong gewaagd. En met die keuze ben ik nog steeds superblij. Lees in mijn vakantieblog hieronder waarom dat zo is; dat het hebben van kids nóg happier maakt.

Ik stap uit het dampende douchehokje van het camping-toiletgebouw. Haren kammen en wat al niet meer doe ik voor de spiegel met een handjevol andere vrouwen. En Rudolf. Rudolf is een jongetje van een jaar of 2. Rood haar. Ogen verscholen achter dikke jampotglazen die me nieuwsgierig aankijken. Achter me roept zijn moeder: ‘Schrubben, Rudolf, schrubben!’ Waarbij de ‘u’ als een harde ‘oe’ wordt uitgespuugd, zoals alleen onze Duitse buren dat kunnen. Rudolf draait beide ogen naar het puntje van zijn neus. Zijn tandenborstel zwaait op dezelfde hoogte vervaarlijk heen en weer. Tandenborstelharen inclusief pasta wijzen naar beneden. Hij kijkt er vertwijfelt naar. ‘Schrubben!’ klinkt het nogmaals. Hij legt de borstel op z’n tong. Heel even maar. Om hem vervolgens weer uit zijn mond te halen. Zuchtend neemt zijn moeder het van hem over. 

Ik bekijk het tafereel via de beslagen spiegel voor me. Ik prijs me gelukkig dat ik de tandenpoets-fase inmiddels achter me gelaten heb. Jeetje; wat vond ik dat een vreselijk taakje. Ik heb er wat smoezen tegenaan gegooid de afgelopen jaren om daar onderuit te komen. Om vervolgens trots tegen de tandarts te beweren dat ik (en niet manlief) hen tweemaal per dag consequent de tanden poetste. En zo zijn er tal van zulke taakjes die je dagen als jonge ouder vullen. Taken waar je voor geen goud mee bezig zou willen zijn als hippe twintiger. Waarom trappen we er dan toch en masse in? Waarom kiezen we nog steeds voor het ouderschap, terwijl andere keuzes aantrekkelijker lijken en veel meer voor de hand liggen? Is het echt zo dat het oerinstinct om ons te voort te planten sterker is dan al het andere? Euh…………..ja dus. Dit is echt het enige plausibele antwoord dat we hebben vanuit de wetenschap. De overleving en voortzetting van onze soort is zo sterk in ons DNA verweven, dat we hier koste wat kost ons steentje aan willen bijdragen. We zetten onszelf voort middels een mini-me. Hoe mooi is dat?

Wat ik persoonlijk interessant vind is het feit dat kinderen de enige uitzondering zijn op het begrip ‘hedonische adaptatie’. Hedonische adaptatie betekent dat alles went. Wij mensen zijn altijd op zoek naar geluk en de meest makkelijke manier om dit te vergaren is middels het veranderen van onze omstandigheden. Zoals het kopen van een nieuwe designer-jurk of –tas. Of het boeken van een vakantie naar het hipste, exotische oord. Of het aanschaffen van een nieuwe vent; natuurlijk het liefst een jonger exemplaar met wasbordje. Maar je zult waarschijnlijk wel weten dat dit alles snel went. De jurk belandt achter in je kledingkast en de jonge vent, met zijn eigenaardige trekjes, wijs je vanzelf een keer de deur. Behalve je kids dan. Die kun je de deur niet wijzen. Sterker nog; je wilt het geeneens.

Keer op keer blijven je eigen kinderen je namelijk verbazen. Verwonderen bovendien. Ook wanneer ze irritant of uitdagend zijn. Júist dan; wat wat zijn ze leuk hè, zo met hun eigen willetje? Ik verbaas me weleens over mezelf. Wie had dat ooit gedacht? Dat ik ooit het geduld zou hebben met zo’n klein grut? Nooit gehad. Sterker nog; ik bezit deze kwaliteit nog steeds niet bij de koters van anderen. Maar bij die van mijzelf dus wel. Alsof het in mijn DNA zit. En dat zit het dus ook. Je wordt door je brein beloond bij het zien van je kinderen. De oxytocine is een hormoon dat elke ouder kent. Het zorgt ervoor dat je je kids verzorgt en beschermt. Dat je hen de beste overlevingskansen biedt. Elke dag weer. De beloning maakt je gelukkig. Het feit dat je maar niet aan ze went ook. Afwisseling genoeg binnen je eigen 4 muren.

En zo geldt dat blijkbaar ook voor de moeder van Rudolf. Al tandenpoetsend verdwijnt haar bozige humeur langzaam. Er verschijnt een lach op haar lippen en ze zingt een liedje voor hem. Ik besluit mijn mascara nog maar even te laten voor wat ie is en borstel snuffend nog een keer mijn haar. Oxytocine through the roof.