Blog Wendyonline.nl: Doe mij maar een Bali’tje / by Josje Smeets


blogtbali.jpg

 

Ik gun iedereen twee weken Bali. Maar om een andere reden dan je wellicht zou verwachten.

Eerder deze zomer werd ik geïnterviewd door Dagblad de Limburger over stress op vakantie. Vol overtuiging had ik mijn antwoorden klaar. Wanneer een vakantie tegenvalt heeft dat alles te maken met het hebben van te hoge verwachtingen. Heb geen verwachtingen en je hebt de vakantie van je leven.

En dat is dus precies wat ik deed in juli. In plaats van onze vertrouwde zilveren caravan van stal te halen om op de bonnefooi naar zonnige oorden te verkassen, trokken we met zijn viertjes alle acht onze stoute schoenen aan en vertrokken richting Azië. Maleisië, Bali en Singapore stonden op de planning. Kids iets ouder nu en klaar voor het avontuur. Voor ons geen suffigheid meer. Jihaaa! Verwachtingen hadden we niet. Ik zelf heb ooit China bezocht, maar daar houdt onze Azië-experience op. We waren totaal blanco. Wij regelen zoiets namelijk goed.

Eenmaal uitgestapt op Kuala Lumpur worstelden we ons door de zwetende, grotendeels blootvoetse, rij met mensen en holden zo snel mogelijk naar een comfortabele ‘teksi’. Zet ons maar af bij dat droomhotel (dat ik zorgvuldig maanden van tevoren had vastgelegd. Toegegeven. Misschien hadden we toch wel íets van verwachting dan. Maar je wilt natuurlijk wel een fijn bedje om in te slapen, niet? Een hotel dat een beetje centraal gelegen is? En dat goede recensies krijgt op Tripadvisor?). De taxi kon door de enorme drukte niet tot aan ons hotel komen en zette ons in een straat aan de achterkant af. En daar stonden we dan. Met onze fijne roltassen (voor ons geen fancy koffers, we waren op avontuur!) in het stof, de uitlaatgassen, de klamme kruidige bewolkte deken die de stad om je heenslaat en vooral; de enorme drukte. Allejezus, wat was het hier druk. Overal voertuigen. Verkeerslichten voor voetgangers functioneerden niet. Letterlijk je voor een auto gooien was het devies. Dat viel wel een heel klein beetje tegen. De Toscaanse groene heuvels flitsten kortstondig door mijn hoofd. Want ik hou zo van de natuur. Van het buiten zijn.

Eenmaal bij het hotel bleken onze kamers geen raam te hebben. En veel groter dan een schoenendoos waren ze niet. Maar ‘hey’. We zitten in een wereldstad! Logisch. Een kleine aanpassing van de mindset en gaan!

Na drie dagen Kuala Lumpur waren we kapot. Openbaar vervoer blijkt niet optimaal geregeld (waar blijft die ‘bas’?) en met de taxi sta je continu in de file. Locals adviseerden ons zoveel mogelijk te lopen en zo meer te zien. Dus dat deden we. Blaren op de voeten en hielen, maar wij zagen álles. Ik was niet voor niets de halve wereld overgevlogen natuurlijk. We vonden het mooi, indrukwekkend, maar ánders en intens. En wat viel de continue zoektocht naar eten voor mijn hongerige kinderen in de groei tegen. Eten kopen kan daar niet lukraak. Ga naar restaurants die goed bezocht zijn, eet vooral geen vlees, vis, rauwe groenten, geschild fruit, producten met melk, halfgekookte eieren en was je handen veelvuldig met meegebrachte hygiënische handgel om nare buikziektes te voorkomen. (jaja, mensen. Wij hadden ons ingelezen. Geen verwachtingen, écht niet. Maar beter voorkomen dan genezen natuurlijk). Mijn goed gevulde campingkoelkast had al meerdere malen de revue gepasseerd in gedachten. Stiekem dan wel. Snel onderdrukken die handel.

Drie keer per dag uit eten dus. Super gezellig. Wat hadden we een lol aan tafel. Maar toen we ons op zondagmiddag eenmaal geïnstalleerd hadden in het park achter de Petronas Towers bij een kinderzwembad wensten we vurig dat we buiten konden eten. In het gras. Tussen de vogels en apen. Zoals vakantie hóórt te zijn. We gingen zelfs op zoek naar een supermarktje voor wat brood en kaas, maar natuurlijk. Dit is het land van andere koolhydraten. Noedels kunnen niet ongekookt opgeslurpt worden in het park.

Toen we doorvlogen naar Bali hadden we toch wel énkele verwachtingen. Zoals onze dochter zei; híer gaat de vakantie pas écht beginnen. Bali is immers het paradijs-eiland. Het nieuwe Ibiza. Je moet er geweest zijn. Palmbomen, heerlijke stranden, fantastische eettentjes en cocktails popten op in mijn hoofd tijdens het verorberen van de ietwat dubieuze vliegtuigmaaltijd.

Ook op Bali zochten de we eerste beste taxi uit en lieten ons vervoeren naar ons guesthouse in Sanur. Dat zou lekker rustig zijn, beloofden de vele reiswebsites ons. Het plaatsje dat vooral door gezinnen bezocht werd. Voor ons geen druk Kuta of Seminyak. Rust, natuur. Natuurlijk hadden we verder geen verwachtingen. Wij lieten ons verrassen.

Rond vijf uur, bijna aangekomen bij ons paradijs, begon het te schemeren. Jeetje, wat ging de zon hier vroeg onder. Sowieso, ‘waar is die zon?’, vroegen we onze taxichauffeur die al anderhalf uur in de file een lyrische bloemlezing gaf over zijn fantastische thuis(ei-)land.

‘It’s the volcano. It’s cloudy everyday.’

Slik. Dit had ik zeker niet verwácht. Bewolking? Élke dag? Op Báli? Was ik hier de halve wereld voor overgevlogen? Wat moest ik in godsnaam doen dan op dat strand?

Adem in. Adem uit. Je bent GeluksPsychologe. Jij wéét hoe je er iets van kunt maken als het anders loopt dan verwacht. Verander de mindset, ga mee met de flow. Ok, dat werden geen ellenlange dagen op het strandbedje met de stapel boeken die je wilde lezen. Je was tenslotte op Bali. Zóveel te zien en te doen. Je haalde je notitie op met bezienswaardigheden in de buurt van Sanur. Jullie gingen er wat van maken!

Aangekomen bij ons guesthouse tastten we in het duister op zoek naar geschikte avondkleding om ons te wanen in één van die beroemde healthy, hippe eettentjes. ‘Mam, ik word hier lek gestoken door de muggen. Heb ik nu dengue?’. Ok, eerst even langs een apotheek dan misschien. De Nederlandse deet werkte voor geen meter. Gelukkig hadden we klamboes zei Tripadvisor. Waar waren die trouwens? Geen paniek. We smeren ons in met lokale deet en alles komt goed.

De steenworp van het centrum die ons guesthouse lag leek onbegaanbaar. We zagen werkelijk geen hand voor ogen. ‘Hebben ze hier überhaupt een stoep?’ Terug om zaklampen op te halen liepen we de weg opnieuw. Slingerend tussen de offers (je wilt de lokale bevolking niet beledigen erop te trappen), het eindeloze afval en wegspringend voor ál die nergens-mee-rekening-houdende scooters. Wat was het hier druk. Alweer. Jeetje. Wat een prikkels. Met een hoge mate van alertheid renden we het laatste stukje naar de apotheek terwijl we op de hielen gezeten werden door zeven honden. Opletten voor hondsdolheid natuurlijk. Opgelucht stapten we de met airconditioning gevulde ruimte binnen. Om na de mededeling ‘sorry only cash’ weer met lege handen om te draaien.

Dit moest vanaf morgen anders. We hadden een plán nodig. En een ‘to-do-lijstje’. Dus dat maakten we. Bewust van het feit dat we daarmee onze eigen verwachtingen gingen kweken, schreven we onze ‘to do’s’ op.

Goh, wat waren dat er veel. We waren toch op vakántie? Ik had helemaal geen zin vervoer te regelen. Een betrouwbare chauffeur te zoeken. Het viel over me heen. Ik had een jaar lang hard gewerkt en twee banen naast elkaar gehad. Onze zomervakantie is ons ijkpunt. Even niets. Even geen prikkels. Niet ‘aan’ staan. Lekker suffig zitten op de camping tussen de krekels.

Maar wat had ik dan verwacht? Niets, ik had niets verwacht. Dat is precies wat ik adviseerde in het krantenartikel. Heb geen verwachtingen. Maar ik had natuurlijk wel verwachtingen. Iedereen heeft een benchmark. En vakantie was voor mij vakantie zoals ik die gewend was. Eindeloze lange zinderende dagen in strak blauwe luchten, waarbij het daglicht mij pas rond een uur of tien ‘s avonds zou verlaten. Dagen waarop je uren kon praten met andere campingbewoners, je kon waden door rivieren of kon scheuren in een speedbootje op zee. Of dagen waarop je juist helemaal niets hoefde te zeggen.

We zijn uiteindelijk twee weken op Bali geweest. Veel korter dan gepland.

We hebben ontzettend veel gezien, ervaringen ingedronken, plezier gehad en ons verbaasd over heel veel dingen, niet in de laatste plaats over de allesoverweldigende (verkeers-)drukte en het vele afval op het eiland. We hebben op het natte strand gelegen en in de huizenhoge golven gespeeld. Maar het continu alert zijn en ‘aan’ staan bleef. Zeker met kinderen en zeker wanneer je aan de voet van de vulkaan overnacht.

Op een zekere ochtend in het stervensdrukke Ubud kwam het besluit. Reizen is reizen. Geen vakantie. En we hadden vakantie nodig voordat we ons weer een vol jaar in onze kersverse ondernemingen zouden storten. We appten KLM die ons enorm snel en goed geholpen hebben met het omboeken van onze terugvlucht. Maleisië hebben we verder overgeslagen en van Singapore hebben we helaas alleen het vliegveld gezien. Maar het was goed zo.

Dit was pas écht je geluk nastreven. Wanneer iets niet bij je past, laat het voor wat het is. Laat je gêne varen. Trek je niets aan van de buitenwereld. Doe waarbij jíj je goed voelt.

We kwamen zondagmiddag thuis en vertrokken dinsdagochtend weer. Met ons zilveren caravannetje. Tien dagen naar de Ardèche. Waar geen WiFi of 4G signaal ons bereikte. Telefoons uit. Ons brein uit. Ctr Alt Delete.

Ik gun iedereen zo’n Bali’tje. Een moment waarop je jezelf tegenkomt. Dan weet je zomaar ineens weer wat je écht wilt. Wat je behoeften en dromen zijn.

Blijf bij jezelf. Elke dag opnieuw.

Het hebben van geen verwachtingen zorgt ervoor dat je meer kunt genieten en ervaringen meer intens kunt beleven. Ga echter na of je daadwerkelijk geen verwachtingen hebt of dat je stiekem toch al een beeld gevormd hebt van datgene dat komen gaat. Dat is niet erg. Voorpret is de halve pret. Maar accepteer dan ook dat de werkelijkheid anders kan uitpakken. Omarm deze werkelijkheid. Of omarm hem niet. Het is jouw keuze. Jouw leven. Enjoy!

Zie hier de link naar het krantenartikel.