Hoe gelukkig ben jij?

 

Vul je antwoorden in op het formulier onderaan de test. De uitslag ontvang je vandaag nog in je mailbox!

1.     Als je ‘s ochtends wakker wordt:

A.    …heb je een knoop in je maag. Alweer een nieuwe dag waar je als een berg tegenop ziet…

B.    …spring je kwispelend uit je bed. Nieuwe dag, nieuwe kansen. Jij hebt er zin in!

C.    Je hebt altijd moeite met wakker worden. Je to do’s flitsen aan je voorbij zodra je je ogen opent. Maar als je eenmaal op gang bent, lukt het allemaal best.

2.     Bij een tegenslag op je werk of school:

A.    …denk je: ‘potverdorie, alweer?’ Je probeert een oplossing te zoeken, maar in je achterhoofd weet je dat dit geen structurele oplossing zal zijn. Dit soort zaken gebeuren net iets te vaak. Je twijfelt of je werk of studie nog wel de juiste is voor jou.

B.    …weet jij deze tegenslag gelijk om te draaien in een uitdaging. Hoe kun je dit probleem anders benaderen en waar ligt de oplossing? Uiteindelijk lukt het je er goed mee om te gaan.

C.    …laat je je totaal uit het veld slaan. Je voelt je al tijden niet zo lekker en je hebt niet genoeg energie om met nog meer tegenslagen om te gaan.

 3.     Jouw weekenden:

A.    …zijn doorgaans super druk en gezellig. Je plant activiteiten met vrienden, je neemt de tijd om te sporten en lekker te eten en als het kan bezoek je een feestje. Ook neem je de tijd om lekker niets te doen.

B.    …zijn fijn, maar ook broodnodig. Je gebruikt de weekenden vooral om bij te tanken en af en toe iets leuks te doen, zodat je weer fris aan je nieuwe week beginnen kunt.

C.    …duren veel te kort. Je bent uitgeblust op vrijdagmiddag en brengt je zaterdag en zondag vooral horizontaal door. Zondagmiddag heb je alweer een knoop in je maag als je denkt aan de nieuwe week die voor je ligt.

 4.     ‘s Nachts:

A.    …doe je nauwelijks een oog dicht. Je ligt vaak te piekeren of je ligt wakker zonder duidelijke reden. Dit is al een tijdje aan de gang.

B.    …slaap je doorgaans goed. Soms, bij drukte of stress, lig je weleens wakker of heb je moeite met inslapen. Dat komt niet meer dan een paar keer per maand voor.

C.    …slaap jij als een blok. Zelfs wanneer jij op een dun matras op iemands vloer zou moeten slapen, slaap jij als een roosje.

5.     Het leven:

A.    …vind je fijn. Je bent best gelukkig en vooral tevreden met wat je hebt. Je zou willen dat het leven soms wat meer sprankelend was, maar dat is simpelweg geen realiteit.

B.    …is fantastisch! Elke dag opnieuw geniet jij met volle teugen en je durft jezelf super gelukkig te noemen.

C.    …is matig. Er zijn heus wel fijne dingen, maar over het algemeen voel je je niet helemaal happy en zou je willen dat dingen anders waren.

Bepaal je huidige geluksniveau.